Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Aspekt

German and Dutch Translation Search Results for Aspekt

Summary

German to Dutch: more detail...

Aspekt:
- facet; aspect; opzicht
Wiktionary:
- Aspekt → lucht, plateau, aanzien, schijn, air, gelaatsuitdrukking, gezicht, uiterlijk, uitzicht, aanblik, verschijning, voorkomen, snelheid, tempo, vaart, zeilstand

German

Detailed Translations for Aspekt from German to Dutch

Aspekt:

Aspekt [der ~] noun

der Aspekt (Hinsicht; Blickpunkt; Betreff; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel)
het facet; het aspect; het opzicht
- facet [het ~] noun
- aspect [het ~] noun
- opzicht [het ~] noun

Translation Matrix for Aspekt:

Noun	Related Translations	Other Translations
aspect	Aspekt; Betreff; Blickpunkt; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht
facet	Aspekt; Betreff; Blickpunkt; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht
opzicht	Aspekt; Betreff; Blickpunkt; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht

Synonyms for "Aspekt":

Anschauungsweise; Ansicht; Blickrichtung; Blickwinkel; Gesichtspunkt; Perspektive; Sicht; Sichtfeld; Sichtweise; Standpunkt
Facette; Fassette
Beziehung; Hinsicht; Kriterium
Dimension; Faktor; latente Größe; Richtung

Wiktionary Translations for Aspekt:

Cross Translation:

From	To	Via
• Aspekt	→ lucht; plateau; aanzien; schijn; air; gelaatsuitdrukking; gezicht; uiterlijk; uitzicht; aanblik; verschijning; voorkomen	↔ air — mélange gazeux constituer l’atmosphère.
• Aspekt	→ snelheid; tempo; vaart; aanblik; aanzien; air; verschijning; schijn; uiterlijk; voorkomen; zeilstand	↔ allure — façon d’aller, de marcher.