German
Detailed Translations for Aufrechterhaltung from German to Dutch
Aufrechterhaltung: (*Using Word and Sentence Splitter)
- aufrecht: echt; eerlijk; oprecht; ronduit; menens; rechtopstaand; staand; rechtop; overeind; openlijk; stout; moedig; dapper; heldhaftig; stoutmoedig; onverschrokken; kloek; heroïsch; contemplatief
- Erhaltung: behoud; handhaving; instandhouding; conservatie; kantine; schaftlokaal; restaurant; eetgelegenheid; eetcafé; eethuis; eethuisje; restauratie; herstelwerkzaamheden