Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: material

German and Dutch Translation Search Results for material

Summary

German to Dutch: more detail...

Material:
- grondstof; materiaal; bouwstof; materieel
Wiktionary:
- material → grondstof, materiaal, materieel
- Material → materiaal
- Material → materiaal, grondstof, materieel

German

Detailed Translations for material from German to Dutch

Material:

Material [das ~] noun

Material (Grundstoff; Rohstoff; Grundmaterial)
de grondstof; het materiaal; de bouwstof
- grondstof [de ~] noun
- materiaal [het ~] noun
- bouwstof [de ~] noun
Material
het materieel
- materieel [het ~] noun

Translation Matrix for Material:

Noun	Related Translations	Other Translations
bouwstof	Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff
grondstof	Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff	Rohstoff
materiaal	Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff	Benötigte; Erforderliche; Zeug
materieel	Material
Adjective	Related Translations	Other Translations
materieel		materiell; stofflich

Synonyms for "Material":

Werkstoff; Stoff; Substanz

Wiktionary Translations for Material:

Material

noun

Technik: Sammelbegriff für Rohstoffe, Werkstoffe, Halbzeuge, Hilfsstoffe, Betriebsstoffe, Teile und Gruppen, aus denen etwas hergestellt wird
- Material → materiaal
einzelne Dinge, die als Mittel oder Unterlage zu etwas dienen
- Material → materiaal

Cross Translation:

From	To	Via
• Material	→ materiaal	↔ material — text
• Material	→ grondstof; materiaal	↔ material — matter
• Material	→ grondstof; materiaal; materieel	↔ matériau — À trier

Wiktionary Translations for material:

Cross Translation:

From	To	Via
• material	→ grondstof; materiaal; materieel	↔ matériau — À trier

Related Translations for material