Summary
German to Dutch: more detail...
-
beziffern:
-
Wiktionary:
beziffern → bedragen, becijferen -
Synonyms for "beziffern":
bewerten; festsetzen; schätzen; taxieren; wertschätzen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for beziffern from German to Dutch
Spelling Suggestions for: beziffern
beziffern:
Synonyms for "beziffern":
Wiktionary Translations for beziffern:
beziffern
verb
beziffern
-
(reflexiv) sich auf einen Wert belaufen, einen Wert erreichen
- beziffern → bedragen
-
(transitiv) etwas mit einem exakten oder geschätzten Zahlenwert bezeichnen
- beziffern → becijferen
verb
-
uitrekenen
-
door cijfers aanwijzen
-
(muziek) notaties door cijfers aangeven
External Machine Translations: