Schnitte: translate German

Summary

German to Dutch: more detail...

Schnitte:
- schijfje; plakje; inkeping; insnijding; jaap; snede; snee; sneden; japen; knippatronen; houtsnedes; sneetje; snijwondje
Wiktionary:
- Schnitte → griet, biefstuk, steak, jaap, snede, snee, snijwond, filet, sneetje, moot, plak, schijf, bijlslag, hak, houw, litteken, wondteken

German

Detailed Translations for Schnitte from German to Dutch

die Schnitte (Scheibe)
het schijfje; het plakje
- schijfje [het ~] noun
- plakje [het ~] noun
die Schnitte (Einkerbung; Schnitt; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden)
de inkeping; de insnijding; de jaap; de snede; de snee
- inkeping [de ~ (v)] noun
- insnijding [de ~ (v)] noun
- jaap [de ~ (m)] noun
- snede [de ~] noun
- snee [de ~] noun
die Schnitte
de sneden; de japen
- sneden [de ~] noun, plural
- japen [de ~] noun, plural
die Schnitte (Schnittmuster)
de knippatronen
- knippatronen [de ~] noun, plural
die Schnitte (Holzschnitte)
houtsnedes
- houtsnedes [znw.] noun
die Schnitte (Schnittwündchen; Schnittchen; Schnittwunde)
het sneetje; het snijwondje
- sneetje [het ~] noun
- snijwondje [het ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
houtsnedes	Holzschnitte; Schnitte
inkeping	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnitte	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Kerbung; Riß; Schnitzerei; Spalte
insnijding	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnitte	Schlitz; Schnitt
jaap	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnitte
japen	Schnitte
knippatronen	Schnitte; Schnittmuster
plakje	Scheibe; Schnitte
schijfje	Scheibe; Schnitte
snede	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnitte	Einschnitt; Schneide; Schnitt; Schnittwunde
sneden	Schnitte
snee	Einkerbung; Einschnitt; Kerbe; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnitte	Absatz; Einschnitt; Schlitz; Schmiß; Schneide; Schnitt; Schnittwunde; kleineSchnitt
sneetje	Schnittchen; Schnitte; Schnittwunde; Schnittwündchen	Absatz; Schlitz; Schmiß; Schnitt; kleineSchnitt
snijwondje	Schnittchen; Schnitte; Schnittwunde; Schnittwündchen

belegtes Brot; Bemme; Butterbrot; Knifte; Stulle
Tusse; Zicke; Alte; Frau; Frauenzimmer; Schachtel; Tante; Tussi; Weib; weiblicher Mensch

Cross Translation:

From	To	Via
• Schnitte	→ griet	↔ bird — woman
• Schnitte	→ biefstuk; steak	↔ steak — slice of beef
• Schnitte	→ jaap; snede; snee; snijwond; filet; sneetje; moot; plak; schijf; bijlslag; hak; houw; litteken; wondteken	↔ balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.