German

Detailed Translations for Droge from German to Dutch

Droge:

Droge [die ~] noun

  1. die Droge (Drogen; Rauschgift; Narkotikum)
    de drugs; de narcotica; de dope
  2. die Droge (Rauschgift)
    de dope; verslavend middel; de drug; bedwelmend middel
  3. die Droge (Genußmittel; Rauschgift)
    de drug; het genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel

Translation Matrix for Droge:

NounRelated TranslationsOther Translations
bedwelmend middel Droge; Rauschgift
dope Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
drug Droge; Genußmittel; Rauschgift
drugs Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
genotmiddel Droge; Genußmittel; Rauschgift
narcotica Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
opwekkend middel Droge; Genußmittel; Rauschgift
stimulerend middel Droge; Genußmittel; Rauschgift Anregungsmittel
verslavend middel Droge; Rauschgift

Wiktionary Translations for Droge:


Cross Translation:
FromToVia
Droge drug drug — psychoactive substance ingested for recreational use, especially illegal and addictive one

dröge:


Synonyms for "dröge":


Wiktionary Translations for dröge:


Cross Translation:
FromToVia
dröge vervelend; saai; eentonig; slaapverwekkend humdrum — lacking variety or excitement; dull; boring



Dutch

Detailed Translations for Droge from Dutch to German

Droge form of droge:

droge adj

  1. droge

droge [het ~] noun

  1. het droge
    Trockenes

Translation Matrix for droge:

NounRelated TranslationsOther Translations
Trockenes droge
ModifierRelated TranslationsOther Translations
trocken droge dor; droog; leukweg; onbewaakt; schraal; schriel; verdord; vochtvrij

Related Words for "droge":


Wiktionary Translations for droge:


Cross Translation:
FromToVia
droge trocken dry — free from liquid or moisture

droog:


Translation Matrix for droog:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
dürr dor; droog; schraal; schriel; verdord bar; benig; broodmager; dor; koud; laag van temperatuur; objectief; onbegroeid; onpartijdig; schraal; uitgemergeld; uitgeteerd
fruchtlos dor; droog; verdord ijdel; nutteloos; onbeduidend; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat; zonder succes
karg dor; droog; schraal; schriel; verdord arm; armzalig; berooid; dor; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; inferieur; karig; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolgroeid; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; weinig; zwak
knapp droog; schraal; schriel armzalig; bekrompen; benepen; berooid; bondig; dichtbij; eng; in de buurt; karig; klein; kleingeestig; kleinzielig; krap; krap bij kas; mager; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; nauwsluitend; niet overvloedig; ondermaats; pover; ragfijn; schamel; schraal; smal; smalletjes; strak; summier; van geringe afmeting; van geringe breedte; vlakbij
kärglich droog; schraal; schriel arm; armzalig; dor; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; inferieur; karig; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolgroeid; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; weinig; zwak
mager droog; schraal; schriel armzalig; dun; geen vet op de botten hebbende; halfvet; iel; karig; laagcalorisch; luttel; mager; pover; schamel; schraal; schriel; vetarm; weinig
trocken dor; droog; schraal; schriel; verdord dor; droge; leukweg; onbewaakt; schraal; vochtvrij
unfruchtbar dor; droog; verdord bar; dor; infertiel; onbegroeid; onvruchtbaar; schraal
vertrocknet dor; droog; verdord
welk dor; droog; verdord bleek; flauw; flets; kleurloos; krukkig; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verschoten
öde dor; droog; verdord afgezaagd; afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; doods; dor; eentonig; eenzaam; ellendig; karig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; taai; uitgestorven; verbitterd; vereenzaamd; verlaten; vervelend; zonder afleiding

Related Words for "droog":


Antonyms for "droog":


Related Definitions for "droog":

  1. niet zoet van smaak1
    • dit is een droge wijn1
  2. wie grappige dingen op een serieuze manier zegt1
    • Nejdat maakte een droge opmerking1
  3. zonder vloeistof1
    • de was is droog1

Wiktionary Translations for droog:

droog
adjective
  1. geen of zeer weinig vocht bevattend.

Cross Translation:
FromToVia
droog trocken dry — free from liquid or moisture
droog ausgedörrt; ausgetrocknet parched — dry
droog sarkastisch; ironisch wry — dryly humorous