Summary
German to Dutch: more detail...
-
Kleinigkeiten tadeln:
-
Wiktionary:
Kleinigkeiten tadeln → bedillen, haarkloven, het lastig maken, muggeziften, vitten
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Kleinigkeiten tadeln from German to Dutch
Kleinigkeiten tadeln: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Kleinigkeiten: kleinigheden; akkefietjes; bagatellen
- tadeln: beschuldigen; verwijten; aanrekenen; laken; voorhouden; berispen; aanwrijven; blameren; gispen; nadragen; voor de voeten gooien; waarschuwen; manen; neerhalen; omlaaghalen; fel bekritiseren; afkeuren; veroordelen; kwalijk nemen; terechtwijzen; vermanen; iemand iets verwijten; iemand iets aanrekenen
Wiktionary Translations for Kleinigkeiten tadeln:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Kleinigkeiten tadeln | → bedillen; haarkloven; het lastig maken; muggeziften; vitten | ↔ chicaner — user de chicane. |