Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: zuordnen

German and Dutch Translation Search Results for zuordnen

Summary

German to Dutch: more detail...

zuordnen:
- toewijzen; koppelen; op kaart aangeven
Wiktionary:
- zuordnen → toewijzen
- zuordnen → sorteren

German

Detailed Translations for zuordnen from German to Dutch

zuordnen:

zuordnen verb

zuordnen (belegen)
toewijzen
- toewijzen verb (wijs toe, wijst toe, wees toe, wezen toe, toegewezen)
zuordnen
koppelen
- koppelen verb (koppel, koppelt, koppelde, koppelden, gekoppeld)
zuordnen
op kaart aangeven
- op kaart aangeven verb

Translation Matrix for zuordnen:

Noun	Related Translations	Other Translations
koppelen		Ankuppeln
Verb	Related Translations	Other Translations
koppelen	zuordnen	Link; Verknüpfen; andocken; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; einlegen; fügen; ketten; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknüpfen; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen
op kaart aangeven	zuordnen
toewijzen	belegen; zuordnen	gönnen; zuerkennen; zugestehen; zuteilen; zuweisen; überreichen
Not Specified	Related Translations	Other Translations
koppelen		Kopplung; Verlinkung

Synonyms for "zuordnen":

zuweisen
gegeneinander abgleichen; gleichsetzen; unifizieren

Wiktionary Translations for zuordnen:

zuordnen

verb

für ein beliebiges Objekt feststellen, welchen Platz es in einer Ordnung einnimmt
- zuordnen → toewijzen

zuordnen

verb

goederen of fondsen een bestemming geven
- toewijzen → zuweisen; zuordnen

Cross Translation:

From	To	Via
• zuordnen	→ sorteren	↔ collate — sort multiple copies of printed documents into sequences of individual page order