Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Schampoo:
  2. Wiktionary:
Dutch to German:   more detail...
  1. shampooën:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Schampoo from German to Dutch

Schampoo:

Schampoo [das ~] noun

  1. Schampoo (Schampon)
    de shampoo

Translation Matrix for Schampoo:

NounRelated TranslationsOther Translations
shampoo Schampon; Schampoo

Wiktionary Translations for Schampoo:

Schampoo
noun
  1. een product, meestal in vloeibare vorm, dat bedoeld is om het haar te wassen.

External Machine Translations:


Dutch

Detailed Translations for Schampoo from Dutch to German

shampooën:

shampooën verb (schampoo, schampoot, schampoode, schampooden, geshampood)

  1. shampooën (met shampoo wassen; shamponeren)
    schamponieren; schampunieren
    • schamponieren verb (schamponiere, schamponierst, schamponiert, schamponierte, schamponiertet, schamponiert)
    • schampunieren verb (schampuniere, schampunierst, schampuniert, schampunierte, schampuniertet, schampuniert)

Conjugations for shampooën:

o.t.t.
  1. schampoo
  2. schampoot
  3. schampoot
  4. schampooen
  5. schampooen
  6. schampooen
o.v.t.
  1. schampoode
  2. schampoode
  3. schampoode
  4. schampooden
  5. schampooden
  6. schampooden
v.t.t.
  1. heb geshampood
  2. hebt geshampood
  3. heeft geshampood
  4. hebben geshampood
  5. hebben geshampood
  6. hebben geshampood
v.v.t.
  1. had geshampood
  2. had geshampood
  3. had geshampood
  4. hadden geshampood
  5. hadden geshampood
  6. hadden geshampood
o.t.t.t.
  1. zal shampooën
  2. zult shampooën
  3. zal shampooën
  4. zullen shampooën
  5. zullen shampooën
  6. zullen shampooën
o.v.t.t.
  1. zou shampooën
  2. zou shampooën
  3. zou shampooën
  4. zouden shampooën
  5. zouden shampooën
  6. zouden shampooën
en verder
  1. ben geshampood
  2. bent geshampood
  3. is geshampood
  4. zijn geshampood
  5. zijn geshampood
  6. zijn geshampood
diversen
  1. schampoo!
  2. schampoot!
  3. geshampood
  4. shampoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for shampooën:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schamponieren met shampoo wassen; shamponeren; shampooën
schampunieren met shampoo wassen; shamponeren; shampooën

Wiktionary Translations for shampooën:


Cross Translation:
FromToVia
shampooën schamponieren shampoo — to wash hair with shampoo

External Machine Translations: