German
Detailed Translations for Bahnwagen from German to Dutch
Bahnwagen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Bahn: baan; spoor; spoorweg; rails; spoorbaan; weg; straat; straatweg; toer; draaicirkel; loopbaan; omwenteling; rotatie; draaiing; wenteling; weg van hemellichaam
- wagen: durven; wagen; avonturen; riskeren; avonturieren
- Wagen: auto; wagen; kar; vehikel; voertuig; rijtuig; durven; kinderwagen; karretje; wagentje; paardenwagen
Wiktionary Translations for Bahnwagen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Bahnwagen | → wagon; spoorwagen | ↔ wagon — Véhicule de chemin de fer |