Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Idiom

German and Dutch Translation Search Results for Idiom

Summary

German to Dutch: more detail...

Idiom:
- idioom; taaleigen; uitdrukkingen
Wiktionary:
- Idiom → idioom, taaleigen
- Idiom → idioom, taaleigen

German

Detailed Translations for Idiom from German to Dutch

Idiom:

Idiom [das ~] noun

Idiom (Sprichwort; Redensart)
het idioom; het taaleigen
- idioom [het ~] noun
- taaleigen [het ~] noun
Idiom (Ausdruck; Redensart; Sprichwort)
de uitdrukkingen
- uitdrukkingen [de ~] noun, plural

Translation Matrix for Idiom:

Noun	Related Translations	Other Translations
idioom	Idiom; Redensart; Sprichwort
taaleigen	Idiom; Redensart; Sprichwort
uitdrukkingen	Ausdruck; Idiom; Redensart; Sprichwort

Synonyms for "Idiom":

Phraseologismus; Redensart; Redewendung
Besonderheit; Eigentümlichkeit; Spezifität

Wiktionary Translations for Idiom:

Idiom

noun

een bijzondere uitdrukking in een bepaalde taal die samengesteld is door eigenaardig taalgebruik
- idioom → Idiom
uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal
- taaleigen → Idiom

Cross Translation:

From	To	Via
• Idiom	→ idioom; taaleigen	↔ idiom — expression peculiar to a given language

External Machine Translations: