Summary
German to Dutch: more detail...
-
Kramware:
-
Wiktionary:
Kramware → fournituren, manufacturenwinkel, manufacturen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Kramware from German to Dutch
Kramware: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Kram: rommel; junk; prullaria; bocht; rotzooi; troep; smerig spul; mikmak; veel gedoe; rompslomp; kitsch; clichékunst; mengelmoes; samenraapsel; allegaartje; tierelantijntjes; soepzootje
- Ware: waar; waren; goederen; koopwaar; handelswaar; goed; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; handelsgoederen; product; verbruiksgoederen; basisproduct
Wiktionary Translations for Kramware:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Kramware | → fournituren; manufacturenwinkel; manufacturen | ↔ mercerie — Marchandises pour l’habillement |
Dutch
Detailed Translations for Kramware from Dutch to German
Kramware: (*Using Word and Sentence Splitter)
- kram: Klammer; Klemme; Klammerhaken; Klemmhefter
- waar: Artikel; genau; wahr; richtig; prezies; wirklich; Kaufware; Sachen; Zeug; Dinge; Inventar; Dinger; Besitztümer; Ware; Güter; Handelsware; echt; ehrlich; wahrhaftig; das stimmt; wo
- krammen: strecken; spannen; dehnen; anspannen; aufziehen; krampen; verklammern; fortziehen