Summary
German to Dutch: more detail...
-
halboffen:
-
Wiktionary:
halboffen → halfopen, op een kier, aanstaand
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for halboffen from German to Dutch
halboffen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- halb: half
- offen: open; niet dicht; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; frank; rechttoe; eerlijk; oprecht; rechtschapen; leeg; ledig; onbezet; openhartig; openlijk; ronduit; cru; onomwonden; onverbloemd; rechttoe rechtaan; ruiterlijk; onverholen; onbewimpeld; mild; onbewoond; gul; vrijgevig; royaal; vrijpostig; genereus; stoutmoedig; ruimhartig; vrijmoedig; scheutig; contemplatief; onbeschroomd; goedgeefs; onbedeesd; niet beschroomd
- Offen: Mijn geopende
Spelling Suggestions for: halboffen
Wiktionary Translations for halboffen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• halboffen | → halfopen; op een kier; aanstaand | ↔ entrouvert — pas tout à fait ouvert. |
External Machine Translations:
Dutch