Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Kleinholz

German and Dutch Translation Search Results for Kleinholz

Summary

German to Dutch: more detail...

Kleinholz:
- Wiktionary:
  Kleinholz → aanmaakhout

German

Detailed Translations for Kleinholz from German to Dutch

Kleinholz: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

klein: klein; ondermaats; van geringe afmeting; weinig; minimaal; gering; minste; miniem; luttel; mager; schraal; karig; pover; armzalig; schamel; hokkerig; bekrompen; kleingeestig; kleinzielig; benepen; petieterig
Holz: hout; woud; kreupelhout; kreupelbos

Wiktionary Translations for Kleinholz:

Cross Translation:

From	To	Via
• Kleinholz	→ aanmaakhout	↔ kindling — pieces of wood and twigs used to start a fire