Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Borke

German and Dutch Translation Search Results for Borke

Summary

German to Dutch: more detail...

Borke:
- schors; bast; korstje; korst; wondkorst; roof; stukje schors
Wiktionary:
- Borke → schors, bast, dop, schaal, schil, boomschors

German

Detailed Translations for Borke from German to Dutch

Borke:

Borke [die ~] noun

die Borke (Bast; Rinde; Schale)
de schors; de bast
- schors [de ~] noun
- bast [de ~ (m)] noun
die Borke (Kruste; Schorf)
het korstje
- korstje [het ~] noun
die Borke (Kruste; Schorf)
de korst; wondkorst; de roof
- korst [de ~] noun
- wondkorst [znw.] noun
- roof [de ~ (m)] noun
die Borke
de schors; het stukje schors
- schors [de ~] noun
- stukje schors [het ~] noun

Translation Matrix for Borke:

Noun	Related Translations	Other Translations
bast	Bast; Borke; Rinde; Schale
korst	Borke; Kruste; Schorf
korstje	Borke; Kruste; Schorf
roof	Borke; Kruste; Schorf	Plünderung; Raub
schors	Bast; Borke; Rinde; Schale
stukje schors	Borke
wondkorst	Borke; Kruste; Schorf

Synonyms for "Borke":

Rinde; Pflanzenteil; Teil einer Pflanze
Kruste

Wiktionary Translations for Borke:

Cross Translation:

From	To	Via
• Borke	→ schors; bast	↔ bark — exterior covering of a tree
• Borke	→ dop; schaal; schil; schors	↔ coque — enveloppe extérieure de l’œuf.
• Borke	→ dop; schaal; schil; schors; boomschors	↔ écorce — Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux

External Machine Translations: