Summary
German to Dutch: more detail...
-
schusssicher:
-
Wiktionary:
schusssicher → kogelvrij -
Synonyms for "schusssicher":
kugelsicher
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for schusssicher from German to Dutch
schusssicher: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Schuß: explosie; ontploffing; plof; bam; scheutje; schoot; spruit; stek; scheut; plantestekje; jonge plant; klap; knal; kwak; dreun; smak; scheutjes
- sicher: vast; feitelijk; zeker; echt; reëel; beslist; heus; wel degelijk; stellig; vast en zeker; waarachtig; waarlijk; gewis; geheid; welzeker; voorzeker; veilig; jazeker; ongetwijfeld; bepaald; een zekere; precies; net; zorgvuldig; accuraat; stipt; secuur; absoluut; ronduit; standvastig; vasthoudend; volhardend; pal; onwrikbaar; onwankelbaar; assertief; zelfbewust; heel zeker; nauwkeurig; zelfverzekerd; nauwgezet; nauwlettend; duidelijk; stevig; herkenbaar; flink; vastberaden; vastbesloten; overduidelijk; besluitvaardig; onmiskenbaar; kordaat; resoluut; ferm; fiks; flagrant; gedecideerd; zonneklaar; zo klaar als een klontje; op heterdaad; onfeilbaar
schusssicher:
Synonyms for "schusssicher":
Wiktionary Translations for schusssicher:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schusssicher | → kogelvrij | ↔ bulletproof — capable of withstanding a bullet |
External Machine Translations: