Summary
German to Dutch: more detail...
- Strand:
- Wiktionary:
Dutch to German: more detail...
- strand:
- stranden:
- Wiktionary:
German
Detailed Translations for Strand from German to Dutch
Strand:
-
der Strand (Sandstrand; Strände)
Translation Matrix for Strand:
Noun | Related Translations | Other Translations |
strand | Sandstrand; Strand; Strände | |
zandstrand | Sandstrand; Strand; Strände |
Synonyms for "Strand":
Dutch
Detailed Translations for Strand from Dutch to German
strand:
-
het strand (zandstrand)
Translation Matrix for strand:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Sandstrand | strand; zandstrand | |
Strand | strand; zandstrand | |
Strände | strand; zandstrand |
Related Words for "strand":
Strand form of stranden:
-
stranden (mislukken; falen; verkeerd lopen; misgaan; in de puree lopen; floppen; afgaan; mislopen)
mißlingen; fehlschlagen; abgehen; scheitern; schiefgehen; irren; mißraten; auffliegen; danebengehen-
fehlschlagen verb (schlage fehl, schlägst fehl, schlägt fehl, schlug fehl, schlugt fehl, fehlgeschlagen)
-
danebengehen verb
Conjugations for stranden:
o.t.t.
- strand
- strandt
- strandt
- stranden
- stranden
- stranden
o.v.t.
- strandde
- strandde
- strandde
- strandden
- strandden
- strandden
v.t.t.
- ben gestrand
- bent gestrand
- is gestrand
- zijn gestrand
- zijn gestrand
- zijn gestrand
v.v.t.
- was gestrand
- was gestrand
- was gestrand
- waren gestrand
- waren gestrand
- waren gestrand
o.t.t.t.
- zal stranden
- zult stranden
- zal stranden
- zullen stranden
- zullen stranden
- zullen stranden
o.v.t.t.
- zou stranden
- zou stranden
- zou stranden
- zouden stranden
- zouden stranden
- zouden stranden
diversen
- strand!
- strandt!
- gestrand
- strandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het stranden (aanspoelen; aandrijven)
Translation Matrix for stranden:
Related Words for "stranden":
Wiktionary Translations for stranden:
stranden
Cross Translation:
verb
stranden
-
aan de grond vastlopen
- stranden → stranden
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stranden | → stranden | ↔ beach — run something aground on a beach |
• stranden | → [[auf Grund laufen]]; [[auf Grund setzen]]; [[auf Grund laufen lassen]]; auflaufen | ↔ run aground — to be immobilized by shallow water |
• stranden | → eine Panne haben | ↔ tomber en panne — Arriver dans une situation où un outil ou un véhicule ne fonctionne plus par manque de carburant où à cause de batteries vides, ou encore doit être réparé. |