Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: umhüllen

German and Dutch Translation Search Results for umhüllen

Summary

German to Dutch: more detail...

umhüllen:
- Wiktionary:
  umhüllen → omhullen
  umhüllen → omvatten, omhullen, inpakken, verpakken
- Synonyms for "umhüllen":
  kaschieren; tarnen; umnebeln; verbergen; verdecken; verfälschen; verhehlen; verheimlichen; verhüllen; vernebeln; verschleiern; verstecken; vertuschen; verwischen; verwässern; zudecken
  auskleiden; bedecken; einmummeln; umkleiden; ummanteln; verkleiden; verschalen
  einhüllen; einwickeln; hüllen; verbinden; wickeln; agieren; handeln; walten; wirken
  umfangen; umgeben; umschließen

German

Detailed Translations for umhüllen from German to Dutch

Spelling Suggestions for: umhüllen

umfüllen; Umhüllung; umstellen; umspülen; umfallen; umhauen; umhacken; UmhÜllung; Umhauen; umschulen

umhüllen:

Synonyms for "umhüllen":

kaschieren; tarnen; umnebeln; verbergen; verdecken; verfälschen; verhehlen; verheimlichen; verhüllen; vernebeln; verschleiern; verstecken; vertuschen; verwischen; verwässern; zudecken
auskleiden; bedecken; einmummeln; umkleiden; ummanteln; verkleiden; verschalen
einhüllen; einwickeln; hüllen; verbinden; wickeln; agieren; handeln; walten; wirken
umfangen; umgeben; umschließen

Wiktionary Translations for umhüllen:

umhüllen

verb

rondom met een laag bedekken
- omhullen → umhüllen

Cross Translation:

From	To	Via
• umhüllen	→ omvatten; omhullen	↔ envelop — to surround or enclose
• umhüllen	→ inpakken	↔ wrap — enclose in fabric, paper, etc
• umhüllen	→ inpakken; omhullen; verpakken	↔ wrap up — To fold and secure something to be the cover or protection

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for umhüllen in Dutch

Spelling Suggestions for: umhüllen

uitvullen; ulevellen; uitvallen; uithollen; uitrollen; uitgillen

External Machine Translations: