Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Beisein

Translate Beisein from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Beisein:
- aanwezigheid; bijzijn; tegenwoordigheid; presentie

German

Detailed Translations for Beisein from German to Dutch

Beisein:

Beisein [das ~] noun

Beisein (Anwesenheit; Gegenwart)
de aanwezigheid; het bijzijn; de tegenwoordigheid
- aanwezigheid [de ~ (v)] noun
- bijzijn [het ~] noun
- tegenwoordigheid [de ~ (v)] noun
Beisein (Anwesenheit)
de aanwezigheid; de presentie
- aanwezigheid [de ~ (v)] noun
- presentie [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for Beisein:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanwezigheid	Anwesenheit; Beisein; Gegenwart	Anwesenheit; Anwesenheitsinformationen
bijzijn	Anwesenheit; Beisein; Gegenwart
presentie	Anwesenheit; Beisein
tegenwoordigheid	Anwesenheit; Beisein; Gegenwart

Synonyms for "Beisein":

Anwesenheit; Dasein; Gegenwart; Präsenz