Translate Bild from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Bild:
- foto; kiek; afbeelding; afbeelden; beeld; portret; scene; tafereel; prent; sculptuur; beeldhouwwerk; schilderij; tableau; schildering; schilderstuk; doek; opvoering; voorstelling; vertoning; staatsie; show; parade; visioen; digitale afbeelding; scherm
Wiktionary:
- Bild → beeld, afbeelding, frame
- Bild → tekening, icoon, perceptie, beeld, plaatje, beeltenis, foto, afbeelding, prent, portret, illustratie, figuur, werkje, schets, voorstelling, plaat, tafel, lijst, tabel, bord, schoolbord

German

Detailed Translations for Bild from German to Dutch

Bild:

Bild [das ~] noun

Bild (Aufnahme; Foto; Photo; Photographie)
de foto; de kiek
- foto [de ~] noun
- kiek [de ~ (m)] noun
Bild (Abbilden; Abbildung; Porträt; Bildnis; Konterfei)
de afbeelding; afbeelden; het beeld; het portret; scene; het tafereel; de prent
- afbeelding [de ~ (v)] noun
- afbeelden [znw.] noun
- beeld [het ~] noun
- portret [het ~] noun
- scene [znw.] noun
- tafereel [het ~] noun
- prent [de ~] noun
Bild (Bildhauerarbeit; Skulptur; Bildnis)
het beeld; de sculptuur; het beeldhouwwerk
- beeld [het ~] noun
- sculptuur [de ~ (v)] noun
- beeldhouwwerk [het ~] noun
Bild (Gemälde; Malerei; Darstellung)
het schilderij
– voorstelling die met verf gemaakt is ¹
- schilderij [het ~] noun
  - het schilderij van ons huis hangt aan de muur¹
het tableau; de schildering; het schilderstuk
- tableau [het ~] noun
- schildering [de ~ (v)] noun
- schilderstuk [het ~] noun
het doek
– schilderstuk ¹
- doek [het ~] noun
  - dit is een kostbaar doek van Van Gogh¹
Bild (Aufführung; Vorstellung; Vorführung; Darstellung; Auftritt; Schauspiel; Komödie; Theaterstück; Lustspiel; Feierlichkeit; Bühnenstück; Festlichkeit; Feier; Spiel; Theater; Schaubühne; Bühne; Glanz; Drama; Zeremonie)
de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
- opvoering [de ~ (v)] noun
- voorstelling [de ~ (v)] noun
- vertoning [de ~ (v)] noun
- staatsie [de ~ (v)] noun
- show [de ~ (m)] noun
- parade [de ~ (v)] noun
Bild (Vision; Abbildung)
het visioen
- visioen [het ~] noun
Bild (Digitalbild)
de afbeelding; digitale afbeelding
- afbeelding [de ~ (v)] noun
- digitale afbeelding
Bild
het scherm
- scherm [het ~] noun

Translation Matrix for Bild:

Noun	Related Translations	Other Translations
afbeelden	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt	Abbilden; Abmalen
afbeelding	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Digitalbild; Konterfei; Porträt
beeld	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildhauerarbeit; Bildnis; Konterfei; Porträt; Skulptur
beeldhouwwerk	Bild; Bildhauerarbeit; Bildnis; Skulptur	Bildhauerei
doek	Bild; Darstellung; Gemälde; Malerei	Lappen; Tuch
foto	Aufnahme; Bild; Foto; Photo; Photographie	Illustration
kiek	Aufnahme; Bild; Foto; Photo; Photographie
opvoering	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
parade	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie	Defilee; Parade
portret	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt
prent	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt
scene	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt
scherm	Bild	Bildschirm; Kulisse; Schirm; Vorhang
schilderij	Bild; Darstellung; Gemälde; Malerei
schildering	Bild; Darstellung; Gemälde; Malerei	Darstellung; Lebendige Beschreibung; Leinwand; Malerei
schilderstuk	Bild; Darstellung; Gemälde; Malerei
sculptuur	Bild; Bildhauerarbeit; Bildnis; Skulptur
show	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie	Show; Veranstaltung; Vorstellung
staatsie	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Festumzug; Pracht; Prozession
tableau	Bild; Darstellung; Gemälde; Malerei
tafereel	Abbilden; Abbildung; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt
vertoning	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
visioen	Abbildung; Bild; Vision
voorstelling	Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie	Show; Veranstaltung; Vorstellung
Verb	Related Translations	Other Translations
afbeelden		abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen
Not Specified	Related Translations	Other Translations
digitale afbeelding	Bild; Digitalbild

Synonyms for "Bild":

Gemälde
Abbildung; Ablichtung; Abzug; Aufnahme; Ausbelichtung; Foto; Fotografie; Lichtbild; Photo; Positiv; Vergrößerung
Bildnis; Darstellung; Ebenbild; Illustration
Ansehen; Image; Leumund; Namen; Prestige; Renommee; Reputation; Ruf; Stellung
Grafik; Skizze; Zeichnung
Portrait; Gemälde

Wiktionary Translations for Bild:

Bild

noun

(künstlerische) zweidimensionale Darstellung und Wiedergabe in Form eines Gemäldes, einer Zeichnung etc. oder
- Bild → beeld

Bild

noun

een grafisch beeld
- afbeelding → Abbildung; Bild
een kunstwerk
- beeld → Bild
een stilstaand beeld uit een bewegende film
- frame → Bild

Cross Translation:

From	To	Via
• Bild	→ tekening	↔ drawing — picture, likeness, diagram or representation
• Bild	→ icoon	↔ icon — image
• Bild	→ perceptie; beeld	↔ image — mental picture
• Bild	→ plaatje; beeltenis; beeld	↔ image — graphical representation
• Bild	→ foto	↔ photo — photograph
• Bild	→ afbeelding; prent; portret; illustratie; plaatje; figuur	↔ picture — representation of visible reality produced by drawing, etc
• Bild	→ foto; plaatje	↔ picture — photograph
• Bild	→ tekening; werkje; schets	↔ dessin — Représentation d’objets (sens général)
• Bild	→ beeld; afbeelding; voorstelling; plaat; prent	↔ image — représentation d’êtres ou d’objets par le dessin, la peinture, la sculpture, la gravure, la photographie, le cinéma, etc.
• Bild	→ tafel; lijst; tabel; bord; schoolbord	↔ tableau — peinture\|fr peinture déplaçable exécuter sur un panneau de bois, sur une plaque de cuivre, sur une toile tendue sur un châssis, etc.