Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Flecken

Translate Flecken from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Flecken:
- vlekken
- dorp; buurtschap; vuile plek; vlek; uitstrijkje; zwabber
- vlek; smet

German

Detailed Translations for Flecken from German to Dutch

Flecken:

Flecken [das ~] noun

Flecken
de vlekken
- vlekken [de ~] noun, plural

Flecken [der ~] noun

der Flecken (Dorf; Ort; Weiler)
het dorp; de buurtschap
- dorp [het ~] noun
- buurtschap [de ~ (v)] noun
der Flecken (Fleck; Schandfleck; Klecks)
vuile plek; de vlek
- vuile plek [znw.] noun
- vlek [de ~] noun
der Flecken (Ausstrich; Fleck; Klecks)
het uitstrijkje
- uitstrijkje [het ~] noun
der Flecken (Schwabber; Makel; Fleck; Mop; Klecks; Ausstrich; Tüpfel; Liederjan)
de zwabber
- zwabber [de ~ (m)] noun

Flecken [die ~] noun

die Flecken (Fleck; Klecks)
de vlek; de smet
- vlek [de ~] noun
- smet [de ~] noun

Translation Matrix for Flecken:

Noun	Related Translations	Other Translations
buurtschap	Dorf; Flecken; Ort; Weiler	Dorf; Loch; Nest; Ort; Platz
dorp	Dorf; Flecken; Ort; Weiler
smet	Fleck; Flecken; Klecks	Schandfleck; Schandmal
uitstrijkje	Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks
vlek	Fleck; Flecken; Klecks; Schandfleck	Fleck; Klecks
vlekken	Flecken
vuile plek	Fleck; Flecken; Klecks; Schandfleck
zwabber	Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks; Liederjan; Makel; Mop; Schwabber; Tüpfel
Verb	Related Translations	Other Translations
vlekken		beflecken; beklecksen; beschmieren; beschmutzen; kleckern; leicht schmutzig werden; manschen; panschen; schmieren; schweinigeln; verschmutzen; verunreinigen

Synonyms for "Flecken":

Dorf; Gemeinde; Markt; Marktflecken; Ortschaft; Städtchen; Allgemeinheit; Gemeinwesen; Öffentlichkeit