Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Zuweisung

Translate Zuweisung from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Zuweisung:
- toewijzing; toekenning; verlening; toegewezen programma; spreiding; gunning
Wiktionary:
- Zuweisung → allocatie, toewijzing

German

Detailed Translations for Zuweisung from German to Dutch

Zuweisung:

Zuweisung [die ~] noun

die Zuweisung
de toewijzing; de toekenning; de verlening
- toewijzing [de ~ (v)] noun
- toekenning [de ~ (v)] noun
- verlening [de ~ (v)] noun
die Zuweisung
toegewezen programma
- toegewezen programma
die Zuweisung
de spreiding
- spreiding [de ~ (v)] noun
die Zuweisung (Auftragserteilung)
de gunning
- gunning [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for Zuweisung:

Noun	Related Translations	Other Translations
gunning	Auftragserteilung; Zuweisung
spreiding	Zuweisung	Streuung; Verteilung; Überfüllung
toekenning	Zuweisung
toewijzing	Zuweisung	Arbeitsauftrag; Belegung; Karte; Speicherbelegung; Struktur; Zuordnung; Zuteilung
verlening	Zuweisung
Not Specified	Related Translations	Other Translations
toegewezen programma	Zuweisung

Synonyms for "Zuweisung":

Auskehrung; Verbreitung; Verteilung; Zuordnung
Belegung; Zuteilung
Gabe; Verabreichung
Kontingentierung; Rationierung; Zuerkennung; Zumessung
Gleichsetzung

Wiktionary Translations for Zuweisung:

Cross Translation:

From	To	Via
• Zuweisung	→ allocatie; toewijzing	↔ allocation — The process or procedure for allocating things, especially money or other resources.