German
Detailed Translations for an einander befestigen from German to Dutch
an einander befestigen:
-
an einander befestigen (festmachen)
vastmaken; aan elkaar bevestigen-
aan elkaar bevestigen verb (bevestig aan elkaar, bevestigt aan elkaar, bevestigde aan elkaar, bevestigden aan elkaar, aan elkaar bevestigd)
Translation Matrix for an einander befestigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
vastmaken | Fest machen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
aan elkaar bevestigen | an einander befestigen; festmachen | |
vastmaken | an einander befestigen; festmachen | anbinden; anheften; anketten; anlegen; befestigen; beglaubigen; den Mund verbieten; dokumentieren; einhaken; erpressen; festbinden; festhaken; festhalten; festheften; festmachen; heften; knebeln; verankern |