Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. disponieren:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for disponieren from German to Dutch

disponieren:

disponieren verb

  1. disponieren
    verzenden
    • verzenden verb (verzend, verzendt, verzond, verzonden, verzonden)

Translation Matrix for disponieren:

NounRelated TranslationsOther Translations
verzenden Abschicken; Absenden; Postzustellung
VerbRelated TranslationsOther Translations
verzenden disponieren E-Mail senden; abfertigen; ablehnen; abschicken; abschieben; absenden; abweisen; einreichen; einschicken; einsenden; entlassen; feuern; schicken; senden; suspendieren; verabschieden; verschicken; versenden; wegschicken; wegsenden; zum Versand bringen; zurückweisen; zusenden

Synonyms for "disponieren":

  • prädisponieren; vorausplanen; vorsehen

Wiktionary Translations for disponieren:


Cross Translation:
FromToVia
disponieren stemmen; beschikken over; disponeren; aanrichten; arrangeren; ordenen; regelen disposerarranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.

External Machine Translations: