German
Detailed Translations for faßlich from German to Dutch
faßlich:
-
faßlich (begreiflich; verständlich; deutlich)
inzichtelijk; begrijpelijk; duidelijk; helder; bevattelijk-
inzichtelijk adj
-
begrijpelijk adj
-
duidelijk adj
-
helder adj
-
bevattelijk adj
-
-
faßlich (begreiflich; deutlich; verständlich; gemeinverständlich)
Translation Matrix for faßlich:
External Machine Translations: