Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate gebürtig

Translate gebürtig from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

gebürtig:
- geboren; ter wereld gekomen; geschapen; van geboorte
Wiktionary:
- gebürtig → geboorte-, moeder-, aangeboren, oorspronkelijk, ingeboren, inheems, geboren en getogen

German

Detailed Translations for gebürtig from German to Dutch

gebürtig:

gebürtig adj

gebürtig (geboren; geschaffen; gemacht; erschaffen; kreiert)
geboren; ter wereld gekomen; geschapen
- geboren adj
- ter wereld gekomen adj
- geschapen adj
gebürtig
van geboorte
- van geboorte adj

Translation Matrix for gebürtig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
geboren	erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert
geschapen	erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert	erschaffen; gemacht; geschaffen; gesegnet; kreiert
Modifier	Related Translations	Other Translations
ter wereld gekomen	erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert	geboren; zur Welt gekommen
van geboorte	gebürtig

Synonyms for "gebürtig":

ansässig; beheimatet; einheimisch; heimisch; ortsansässig

Wiktionary Translations for gebürtig:

Cross Translation:

From	To	Via
• gebürtig	→ geboorte-; moeder-; aangeboren	↔ native — belonging to one by birth
• gebürtig	→ oorspronkelijk; ingeboren; inheems; geboren en getogen	↔ native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning