Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. herausreißen:


German

Detailed Translations for herausreißen from German to Dutch

herausreißen:

herausreißen verb

  1. herausreißen (ausreißen)
    uitscheuren; uitrukken
    • uitscheuren verb (scheur uit, scheurt uit, scheurde uit, scheurden uit, uitgescheurd)
    • uitrukken verb (ruk uit, rukt uit, rukte uit, rukten uit, uitgerukt)

Translation Matrix for herausreißen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
uitrukken ausreißen; herausreißen
uitscheuren ausreißen; herausreißen

Synonyms for "herausreißen":


External Machine Translations: