Summary
English to Dutch: more detail...
-
in charge:
-
Wiktionary:
in charge → verantwoordelijk
in charge → aansprakelijk, zijn, voor, verantwoordelijk - User Contributed Translations for in charge:
de leiding hebben, verantwoordelijk, leiding hebben, de leiding
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for in charge from English to Dutch
in charge: (*Using Word and Sentence Splitter)
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- charge: factureren; in rekening brengen; aanklagen; ten laste leggen; beschuldiging; aanklacht; tenlastelegging; overdrijven; chargeren; verklaring; rapport; lading; proces verbaal; electrische lading; beschuldigen; verdenken; betichten; verdacht maken; incrimineren; gebieden; bevelen; opdragen; commanderen; gelasten; verordenen; decreteren; casseren; verordonneren; voorschrijven; dicteren; tenlaste leggen; toeslag
Wiktionary Translations for in charge:
in charge
Cross Translation:
adjective
-
having responsibility
- in charge → verantwoordelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• in charge | → aansprakelijk; zijn; voor; verantwoordelijk | ↔ verantwortlich zeichnen — Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen |