Summary
English to Dutch: more detail...
-
radio control:
-
Wiktionary:
radio control → afstandsbediening
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for radio control from English to Dutch
radio control: (*Using Word and Sentence Splitter)
- radio: radio; radiotoestel
- control: beheer; controle; zorg; toezicht; bescherming; bewaking; zeggenschap; hoede; beheersen; matigen; bedaren; intomen; controleren; schouwen; beheersing; mate van bekwaamheid; surveillance; zelfbeheersing; onderzoeken; testen; keuren; beproeven; toetsen; overhoren; examineren; voogdij; onderwerpen; bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onder gezag brengen; bekijken; bezichtigen; inspecteren; afstelknop; inbinden; zich bedwingen; besturing; bestrijding; manipuleren; temmen; besturingselement
Wiktionary Translations for radio control:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• radio control | → afstandsbediening | ↔ télécommande — transmission à distance d’un signal déclenchant l’exécution d’un ordre par un dispositif. |