Summary
English to Dutch: more detail...
-
tax department:
-
Wiktionary:
tax department → belastingdienst
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for tax department from English to Dutch
tax department: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tax: kosten; belasting; heffing; leges; overheidsbelasting; aanslaan; taxeren; belastingen; heffingen
- department: afdeling; tak; departement; sectie; detachement; ministerie; provincie; rayon; ressort; rijksonderdeel; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; terrein; zone; gordel; territorium; vakgroep; bestuursgebied; ambtsgebied; bestuursregio; rechtsgebied; jurisdictie
Wiktionary Translations for tax department:
tax department
noun
-
overheidsdienst die de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt