Summary
English to Dutch: more detail...
-
apart from:
-
Wiktionary:
apart from → behalve - User Contributed Translations for apart from:
los van, afgezien van, behalve
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for apart from from English to Dutch
apart from: (*Using Word and Sentence Splitter)
- apart: apart; gescheiden; separaat; los van elkaar; afzonderlijk; vrijstaand; alleenstaand; op zich; losstaand; op zichzelf staand; uit elkaar; uiteen; van elkaar; uitelkaar; vaneen; van elkander; uit elkander; opgeheven; ontbonden; uiteengevallen; uiteengegaan
- from: van; vanuit; vanaf nu; uit; weg; vanaf deze plaats
Wiktionary Translations for apart from:
apart from
en-prep
-
except for
- apart from → behalve