Summary
English to Dutch: more detail...
-
moneymaking:
-
Wiktionary:
moneymaking → lucratief, rendabel, winstgevend, voordelig, curieus, typisch, vreemd, vreemdsoortig, belangwekkend, interessant -
Synonyms for "moneymaking":
lucrative; remunerative; profitable
mercantile; mercenary; commercial
acquisition
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for moneymaking from English to Dutch
moneymaking: (*Using Word and Sentence Splitter)
- money: geld; poen; centen; duit; geldstukken; duiten; valuta; Valuta; money
- making: maken; creëren; scheppen; produceren; aanmaken; vervaardigen; fabriceren; vervaardiging; productie; aanmaak; constructie; fabricage
moneymaking:
Translation Matrix for moneymaking:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| - | lucrative; mercantile; mercenary; remunerative |
Synonyms for "moneymaking":
Related Definitions for "moneymaking":
Wiktionary Translations for moneymaking:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • moneymaking | → lucratief; rendabel; winstgevend; voordelig | ↔ avantageux — Qui apporte, qui produit de l’avantage. |
| • moneymaking | → lucratief; rendabel; winstgevend; curieus; typisch; vreemd; vreemdsoortig; belangwekkend; interessant | ↔ intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt. |