English
Detailed Translations for four of a kind from English to Dutch
four of a kind: (*Using Word and Sentence Splitter)
- four: vier; viertal
- of: van; van de zijde van
- A: A; EVERYONE
- a: een; eentje
- kind: soort; aard; aardig; vriendelijk; aangenaam; behulpzaam; voorkomend; plezierig; attent; hulpvaardig; vriendelijke; type; slag; genre; natura; in natura; mild; zachtaardig; goedaardig; goedhartig; zachtmoedig; goeiig; goedmoedig; goedig; zachtzinnig; vriendschappelijk; amicaal; kameraadschappelijk
Wiktionary Translations for four of a kind:
four of a kind
noun
-
four cards of the same rank
- four of a kind → carré
Related Translations for four of a kind
Dutch