Summary
English to Dutch: more detail...
-
handmaid:
-
Wiktionary:
handmaid → dienstmaagd
handmaid → dienstmeisje, bediende, dienaar, knecht, dienares, meid, dienstbode, dienstmaagd, huisdier -
Synonyms for "handmaid":
handmaiden; servant; subordinateness; subsidiarity
maid; maidservant; housemaid; amah
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for handmaid from English to Dutch
handmaid: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hand: hand; poot; klauw; jat; knuist; wijzer; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; medewerker; werknemer; arbeider; personeelslid; werkkracht; arbeidskracht; klerk; reiken; aanbieden; handje; werker; werkman; knecht; handdruk; boerenknecht; hulpje
- maid: vrijster; oude vrijster; meid
Spelling Suggestions for: handmaid
handmaid:
Translation Matrix for handmaid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | handmaiden; servant |
Synonyms for "handmaid":
Related Definitions for "handmaid":
Wiktionary Translations for handmaid:
handmaid
Cross Translation:
noun
-
maid that waits at hand
- handmaid → dienstmaagd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handmaid | → dienstmeisje | ↔ bonne — servante dans une maison bourgeoise, dans un hôtel, etc., fille chargée de soigner un enfant. |
• handmaid | → bediende; dienaar; knecht; dienares; dienstmeisje; meid; dienstbode; dienstmaagd; huisdier | ↔ domestique — personnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers. |
• handmaid | → dienares; dienstmeisje; meid; dienstbode; dienstmaagd | ↔ servante — femme ou fille qui employer aux travaux du ménage et qui sert à gages. |
External Machine Translations:
Dutch
Suggestions for handmaid in Dutch
Spelling Suggestions for: handmaid
External Machine Translations: