English
Detailed Translations for pierced-work from English to Dutch
pierced-work: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pierce: doorboren; perforeren; gaatjes maken in; doordringen; penetreren; doorprikken; priemen; openprikken; opensteken
- Work: Werk
- work: taak; inspanning; werkzaamheid; ambacht; werken; arbeiden; werk; vak; beroep; leven; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; werkzaam zijn; uit werken gaan; arbeid; job; karwei; wrochten; bezigheid; werkzaamheden; ageren
Wiktionary Translations for pierced-work:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pierced-work | → opengewerkt | ↔ ajouré — Qui est percé à jour, qui laisse passer la lumière. |