Summary
English to Dutch: more detail...
-
ready for sailing:
-
Wiktionary:
ready for sailing → zeilklaar, zeilree, zeilvaardig
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for ready for sailing from English to Dutch
ready for sailing: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ready: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; paraat; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; inschikkelijk; gedwee; toegevend; welwillend; bereidwillig; bereidvaardig
- for: want; à; voor; naar; ten behoeve van; toe; naar toe
- sail: varen; navigeren; zeilen; verlaten; verdwijnen; heengaan; wegtrekken; afreizen; wegreizen; bevaren; uitvaren; aansturen op; afvaren; afvaren op; afstevenen op; van wal gaan; aanhouden op; bezeilen; afstomen op
- sailing: afvaart; uitvaren; afvaren; zeilsport; vertrek; afreis
Wiktionary Translations for ready for sailing:
ready for sailing
adjective
-
gereed om te gaan zeilen