English
Detailed Translations for full stop from English to Dutch
full stop: (*Using Word and Sentence Splitter)
- full: vol; afgeladen; gevuld; verzadigd; volgegeten; plenair; kompleet; voltallig; opgevuld; volgestopt; sonoor; klankrijk
- Stop: Stoppen
- stop: tegenhouden; stopzetten; tot staan brengen; stoppen; remmen; afremmen; opgeven; ophouden; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; vertraging; oponthoud; halte; stopplaats; halteplaats; inhouden; besluiten; beslissen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; halt; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; weerhouden; beletten; afhouden; stillen; stelpen; ervanaf houden; tegenwerken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; gaten stoppen; vertragen; temporiseren; halthouden
full stop:
Translation Matrix for full stop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | full point; period; point; stop |
Synonyms for "full stop":
Related Definitions for "full stop":
Wiktionary Translations for full stop:
full stop
Cross Translation:
noun
-
The punctuation mark “.”
- full stop → punt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• full stop | → oog; punt; spikkel; stip | ↔ point — couture|fr action de piquer dans un tissu avec une aiguille enfiler ou résultat de cette action, piqûre. |
• full stop | → punt uit | ↔ point barre — (familier, fr) Tout a été dit, il n’y a rien à rajouter. |
• full stop | → punt uit | ↔ un point c’est tout — Pour mettre un terme à une discussion, sur le ton impérieux. |