English
Detailed Translations for nor from English to Dutch
Dutch
Detailed Translations for nor from Dutch to English
nor:
-
de nor (strafgevangenis; gevangenis; doos; petoet; lik; strafplaats; bak; strafinrichting; spinhuis; bajes)
the penitentiary; the jail; the prison; the detention centre; the prison camp; the convict prison; the correctional center
Translation Matrix for nor:
Noun | Related Translations | Other Translations |
convict prison | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | strafplaats; tuchthuis |
correctional center | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | |
detention centre | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis |
jail | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | |
penitentiary | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | |
prison | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | |
prison camp | bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
penitentiary | penitentiair |
Related Words for "nor":
External Machine Translations: