English
Detailed Translations for put to shame from English to Dutch
put to shame: (*Using Word and Sentence Splitter)
- put: plaatsen; zetten; leggen; deponeren; neerzetten; bijzetten; neerleggen; wegleggen; gelegd; situeren; zich afspelen
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
- shame: zonde; schaamte; schaamtegevoel; beschaamdheid; schamen; zich schamen; beschaamd voelen; schandaal; schandaaltje
Wiktionary Translations for put to shame:
put to shame
verb
-
verlegen maken