Summary
English to Dutch: more detail...
-
appraise:
-
Wiktionary:
appraise → taxeren
appraise → hechten aan, houden van, mogen, waarderen, begroten, schatten, taxeren, achten, achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten - User Contributed Translations for appraise:
waarderen, schatten -
Synonyms for "appraise":
measure; evaluate; valuate; assess; value; pass judgment; judge
survey; analyze; analyse; study; examine; canvass; canvas
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for appraise from English to Dutch
appraise: (*Using Word and Sentence Splitter)
- app: toepassing; programma
- raise: verhogen; hoger maken; vormen; opvoeden; grootbrengen; oprichten; invoeren; instellen; stichten; stellen; ophogen; opheffen; hijsen; omhoog heffen; optrekken; overeindzetten; aanvoeren; opwerpen; entameren; te berde brengen; kweken; heffen; fokken; opfokken; omhoog doen; ophalen; opperen; naar voren brengen; poneren; omhooghalen; bouwen; construeren; aankaarten; aansnijden; ter sprake brengen; op tafel leggen; suggereren; opwerken; vooruitkomen; ophijsen; jezelf opwerken; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; aankweken; doen voorttelen; bezweren; slangen bezweren; rechtop zetten; omhoogbrengen; omhoogheffen; zich optrekken aan; naarbovendragen; ding rechtzetten; zich omhoogtrekken; naar boven tillen
Spelling Suggestions for: appraise
appraise:
Translation Matrix for appraise:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | assess; evaluate; measure; survey; valuate; value |
Synonyms for "appraise":
Related Definitions for "appraise":
Wiktionary Translations for appraise:
appraise
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• appraise | → hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten | ↔ apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général). |
• appraise | → hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten | ↔ estimer — priser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur. |
• appraise | → begroten; schatten; taxeren; waarderen | ↔ taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit. |
• appraise | → begroten; schatten; taxeren; waarderen | ↔ évaluer — estimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée. |
User Contributed Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
appraise | waarderen | 6 |
appraise | schatten | 5 |
External Machine Translations: