Summary
English to Dutch: more detail...
-
take the place of:
-
Wiktionary:
take the place of → inboeten, in de plaats stellen van, vervangen, aflossen, de plaats innemen van, inspringen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for take the place of from English to Dutch
take the place of: (*Using Word and Sentence Splitter)
- take: nemen; pakken; ophalen; meenemen; afnemen; afhalen; wegnemen; weghalen; hanteren; gebruik maken van; bezigen; innemen; medicijn innemen; gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; stelen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; aannemen; accepteren; aanvaarden; cadeau aannemen; aanpakken; ingrijpen; grijpen; zich bedienen; toetasten; toegrijpen; winst; baat; profijt; gewin; naartoe brengen; utiliseren; verstouwen; verstuwen; bezetten
- the: het; de
- place: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; plek; locatie; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; bijzetten; situeren; zich afspelen; wegleggen; hoek; stekkie; navigatieplaats
- of: van; van de zijde van
Wiktionary Translations for take the place of:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• take the place of | → inboeten; in de plaats stellen van; vervangen; aflossen; de plaats innemen van; inspringen | ↔ remplacer — succéder à quelqu’un dans une place, dans un emploi. |