Summary
English to Dutch: more detail...
-
you can say that again:
-
Wiktionary:
you can say that again → zeg dat wel, dat kan je gerust zeggen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for you can say that again from English to Dutch
you can say that again: (*Using Word and Sentence Splitter)
- you: jullie; je; jou; u; jij; U; ge; gij
- be able: kunnen; vermogen; in staat zijn; iets mogen
- can: blik; conservenblik; bus; trommel; blikje; opbergblik; inmaken; inblikken; in blik conserveren; wecken; dun metaal
- say: vertellen; zeggen; beschrijven; uiteenzetten; verhalen; mededelen; zeg; inspraak; medezeggenschap
- that: die; dat; degene; diegene; zodat; opdat; welk; dit; deze; hetwelk; welke
- again: weer; opnieuw; nogmaals; wederom; alweer; nog eens; nog een keer; andermaal
Wiktionary Translations for you can say that again:
you can say that again
phrase
-
that is very true
- you can say that again → zeg dat wel; dat kan je gerust zeggen