Summary
English to Dutch: more detail...
-
patrolman:
-
Wiktionary:
patrolman → gendarme, marechaussee, rijksveldwachter, veldwachter -
Synonyms for "patrolman":
flatfoot; lawman; law officer; peace officer
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for patrolman from English to Dutch
patrolman: (*Using Word and Sentence Splitter)
- patrol: patrouille; bewaken; toezien; toezicht houden; surveilleren; wachter; persoon die op wacht staat; patrouilleren; afzoeken; waken; wakker blijven
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht
patrolman:
Translation Matrix for patrolman:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | flatfoot |
Synonyms for "patrolman":
Related Definitions for "patrolman":
Wiktionary Translations for patrolman:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• patrolman | → gendarme; marechaussee; rijksveldwachter; veldwachter | ↔ gendarme — Membre des forces de l’ordre |