Summary
English to Dutch: more detail...
-
have it in for:
-
Wiktionary:
have it in for → een hekel hebben aan
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for have it in for from English to Dutch
have it in for: (*Using Word and Sentence Splitter)
- have: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; eigen
- it: het; er; er naar toe; er mee eens
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- for: want; à; voor; naar; ten behoeve van; toe; naar toe
Wiktionary Translations for have it in for:
have it in for
verb
-
to be angry at
- have it in for → een hekel hebben aan