English

Detailed Translations for nullify from English to Dutch

nullify:

to nullify verb (nullifies, nullified, nullifying)

  1. to nullify (annul; cancel; undo)
    tenietdoen; delgen; vernietigen
    • tenietdoen verb
    • delgen verb (delg, delgt, delgde, delgden, gedelgd)
    • vernietigen verb (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
  2. to nullify (cancel; abolish; annul; undo)
    opheffen; teniet doen; verijdelen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
    • opheffen verb (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • verijdelen verb (verijdel, verijdelt, verijdelde, verijdelden, verijdeld)
    • vernietigen verb (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • ondervangen verb (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
  3. to nullify (rescind; annul; undo)
    te niet doen
    • te niet doen verb (doe te niet, doet te niet, deed te niet, deden te niet, te niet gedaan)
  4. to nullify (neutralize; negate; neutralise)
    – make ineffective by counterbalancing the effect of 1
    ontkrachten; tenietdoen; nietig verklaren; nietig maken

Conjugations for nullify:

present
  1. nullify
  2. nullify
  3. nullifies
  4. nullify
  5. nullify
  6. nullify
simple past
  1. nullified
  2. nullified
  3. nullified
  4. nullified
  5. nullified
  6. nullified
present perfect
  1. have nullified
  2. have nullified
  3. has nullified
  4. have nullified
  5. have nullified
  6. have nullified
past continuous
  1. was nullifying
  2. were nullifying
  3. was nullifying
  4. were nullifying
  5. were nullifying
  6. were nullifying
future
  1. shall nullify
  2. will nullify
  3. will nullify
  4. shall nullify
  5. will nullify
  6. will nullify
continuous present
  1. am nullifying
  2. are nullifying
  3. is nullifying
  4. are nullifying
  5. are nullifying
  6. are nullifying
subjunctive
  1. be nullified
  2. be nullified
  3. be nullified
  4. be nullified
  5. be nullified
  6. be nullified
diverse
  1. nullify!
  2. let's nullify!
  3. nullified
  4. nullifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for nullify:

NounRelated TranslationsOther Translations
opheffen lifting; removal; revoking; withdrawal
VerbRelated TranslationsOther Translations
delgen annul; cancel; nullify; undo
nietig maken negate; neutralise; neutralize; nullify
nietig verklaren negate; neutralise; neutralize; nullify annul; cancel; rescind
nullificeren abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick
ondervangen abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; catch on the way; intercept; meet with objections; neutralise; neutralize; receive; undo; unhitch; unpick
ontkrachten negate; neutralise; neutralize; nullify invalidate; take the edge of
opheffen abolish; annul; cancel; nullify; undo abolish; adjourn; break down; break up; cancel; disband; dissolve; heave; lift; lift up; melt away; neutralise; neutralize; raise; sever; shut down; undo; unhitch; unpick
te niet doen annul; nullify; rescind; undo
teniet doen abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick
tenietdoen annul; cancel; negate; neutralise; neutralize; nullify; undo
verijdelen abolish; annul; cancel; nullify; undo cause failure; counteract; frustrate; hamper; hinder; obstruct; sabotage; thwart
vernietigen abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; convert into scrap; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; neutralise; neutralize; ruin; scrap; undo; unhitch; unpick; wear out; work to death; wreck
- annul; avoid; invalidate; quash; void

Related Words for "nullify":


Synonyms for "nullify":


Antonyms for "nullify":


Related Definitions for "nullify":

  1. make ineffective by counterbalancing the effect of1
  2. show to be invalid1
  3. declare invalid1

Wiktionary Translations for nullify:

nullify
verb
  1. to make legally invalid

Cross Translation:
FromToVia
nullify afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen abroger — Rendre nul. principalement en parlant de lois, de coutumes
nullify afschaffen; afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen; afzeggen annulerrendre nul.
nullify afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen; afwikkelen; liquideren; opheffen; solveren; doorhalen; doorstrepen; een streep halen door; schrappen; afschaffen; elimineren; opdoeken; uitmaken; verwijderen; wegdoen; uitroeien; verdelgen supprimer — Traductions à trier suivant le sens