English
Detailed Translations for paradox-loving from English to Dutch
paradox-loving: (*Using Word and Sentence Splitter)
- paradox: dwaasheid; absurditeit; ongerijmdheid; idioterie; onzinnigheid; onverstand
- love: liefde; genegenheid; innigheid; houden van; liefhebben; schat; schatje; lieve; liefste; liefje; poepje; schattebout; snoes; scheetje; duifje; beminde; lieverd; lieveling; snoepje; beminnen; minnen; vriendin; geliefde; vrijen; liefkozen; de liefde bedrijven; minnekozen; bevallen; gelieven; aanstaan; plezieren; behagen; kindlief
- loving: liefdevol; liefderijk; liefhebbend
Wiktionary Translations for paradox-loving:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• paradox-loving | → paradoxaal | ↔ paradoxal — Qui tenir du paradoxe. |