English
Detailed Translations for front name from English to Dutch
front name: (*Using Word and Sentence Splitter)
- front: gevel; voorkant; front; voorgevel; façade; pui; voorzijde; aangezicht; frontlijn; vuurlijn; gevechtslinie; dekmantel; voorste gedeelte; vooreind; vooreinde; voorkanten
- name: naam; roep; faam; noemen; vernoemen; een naam geven; term; bekendheid; reputatie; merk; merknaam; benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; aanduiding; benaming; benoeming; opsommen; opnoemen; predikaat; grammaticaal predikaat
Wiktionary Translations for front name:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• front name | → voornaam; doopnaam | ↔ prénom — Nom particulier officiel |