Mandate: translate English

Remove Ads

Summary

English to Dutch: more detail...

mandate:
- autorisatie; machtiging; volmacht; toestemming; fiat; mandaat; vergunning; procuratie; licentie; geven van volmacht; lastgeving; lastbrief; bevelschrift
Wiktionary:
- mandate → mandaat
- mandate → commissie, boodschap, opdracht, forceren, opdringen, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, aanslaan, belasten, belasting heffen op, veraccijnzen, dwingen, noodzaken, verplichten, zich opdringen, lastbrief, mandaat, volmacht, machtigen

English

Detailed Translations for mandate from English to Dutch

mandate:

mandate [the ~] noun

the mandate (authorization; power of attorney; approval; fiat; authority; licence; power; license; authorisation)
de autorisatie; de machtiging; de volmacht; de toestemming; het fiat
- autorisatie [de ~ (v)] noun
- machtiging [de ~ (v)] noun
- volmacht [de ~] noun
- toestemming [de ~ (v)] noun
- fiat [het ~] noun
the mandate (authority; warrant)
het mandaat; de volmacht; de vergunning; de procuratie; de licentie
- mandaat [het ~] noun
- volmacht [de ~] noun
- vergunning [de ~ (v)] noun
- procuratie [de ~ (v)] noun
- licentie [de ~ (v)] noun
the mandate (authority; instructions)
de volmacht; geven van volmacht; de lastgeving; de lastbrief
- volmacht [de ~] noun
- geven van volmacht [znw.] noun
- lastgeving [de ~ (v)] noun
- lastbrief [de ~ (m)] noun
the mandate (commission; order; instruction)
het mandaat; het bevelschrift; de lastbrief
- mandaat [het ~] noun
- bevelschrift [het ~] noun
- lastbrief [de ~ (m)] noun
the mandate (authority)
het mandaat; de lastgeving
- mandaat [het ~] noun
- lastgeving [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for mandate:

Noun	Related Translations	Other Translations
autorisatie	approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney	authorisation; authorization
bevelschrift	commission; instruction; mandate; order	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
fiat	approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney	acceptance; access; admission; admittance; allowance; authorisation; authorization; granting; permission
geven van volmacht	authority; instructions; mandate
lastbrief	authority; commission; instruction; instructions; mandate; order
lastgeving	authority; instructions; mandate	instruction; orders
licentie	authority; mandate; warrant	allowance; brevet; certificate; licence; license; patents licence; permission; permit
machtiging	approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney	authorisation; authorization; permission
mandaat	authority; commission; instruction; mandate; order; warrant	elective office; instruction; orders
procuratie	authority; mandate; warrant
toestemming	approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney	acceptance; access; admission; admittance; allowance; approval; authorisation; authorization; consent; granting; permission; sanctioning
vergunning	authority; mandate; warrant	allowance; licence; license; permission; permit
volmacht	approval; authorisation; authority; authorization; fiat; instructions; licence; license; mandate; power; power of attorney; warrant	power of attorney
-	authorisation; authorization; mandatory

Related Words for "mandate":

mandates

Synonyms for "mandate":

authorization; authorisation; legal document; legal instrument; official document; instrument
mandatory; district; territory; territorial dominion; dominion
commission; commissioning
delegate; designate; depute; assign
order; prescribe; dictate

Related Definitions for "mandate":

the commission that is given to a government and its policies through an electoral victory¹
a document giving an official instruction or command¹
a territory surrendered by Turkey or Germany after World War I and put under the tutelage of some other European power until they are able to stand by themselves¹
assign authority to¹
make mandatory¹
- the new director of the school board mandated regular tests¹
assign under a mandate¹
- mandate a colony¹

Wiktionary Translations for mandate:

mandate

noun

(tijdelijke) volmacht, machtiging
- mandaat → authorization; mandate

Cross Translation:

From	To	Via
• mandate	→ commissie; boodschap; opdracht	↔ commission — mandat, charge que l’on donner à quelqu’un de faire quelque chose.
• mandate	→ forceren; opdringen; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; aanslaan; belasten; belasting heffen op; veraccijnzen; dwingen; noodzaken; verplichten; zich opdringen	↔ imposer — Traductions à trier suivant le sens
• mandate	→ lastbrief; mandaat; volmacht	↔ mandat — Traductions à trier suivant le sens
• mandate	→ machtigen	↔ mandater — inscrire sur un mandat, suivant telle ou telle formule, une somme à payer.