Summary
English to Dutch: more detail...
-
township:
-
Wiktionary:
township → buurtschap
township → buurtschap, gehucht, vlek -
Synonyms for "township":
town; administrative district; administrative division; territorial division
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for township from English to Dutch
township: (*Using Word and Sentence Splitter)
- town: stad
- ship: boot; schip; vaartuig; schuit; schuitje; scheepje; stoomschip; zenden; versturen; leveren; brengen; bezorgen; aanleveren; overhandigen; afleveren; toeleveren; verladen; laden; inladen; verschepen; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen; aan boord gaan; aan boord klimmen
- towns: steden
- hip: heup; populariteit; in de mode zijn
Spelling Suggestions for: township
township:
Translation Matrix for township:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | town |
Synonyms for "township":
Related Definitions for "township":
Wiktionary Translations for township:
township
Cross Translation:
noun
-
een kleine bewoonde plaats met een eigen naam maar zonder officieel middelpunt zoals een kerk of marktplein
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• township | → buurtschap; gehucht; vlek | ↔ hameau — En milieu rural, groupe d’habitations à l’écart d’une commune, à laquelle il rattacher administrativement. |
External Machine Translations: