English
Detailed Translations for greatgrand- from English to Dutch
greatgrand-: (*Using Word and Sentence Splitter)
- great: groot; geweldig; fantastisch; fenomenaal; puik; grote; figuurlijk; enorm; aanzienlijk; behoorlijk; flink; fors; beduidend; aanmerkelijk; prachtig; schitterend; betoverend; magnifiek; luisterrijk; groots; grootschalig; reuze; geschikt; tof; uitstekend; prima; uitmuntend; briljant; excellent; voortreffelijk; uitgelezen; subliem; uitgezocht; mieters; superbe; kiplekker; uitnemend; hooggespannen; enig; dolletjes
- grand: geweldig; uitstekend; fantastisch; schitterend; groots; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend; aanzienlijk; trots; indrukwekkend; deftig; fier; statig; plechtig; nobel; vorstelijk; majestueus; parmantig; parmant; plechtstatig; fenomenaal; puik; imposant; imponerend; ontzagwekkend; voornaam; vooraanstaand; gedistingeerd; royaal
Wiktionary Translations for greatgrand-:
greatgrand-
-
-
- oer- → fore-; greatgrand-